Niet verschieten als de scheids dit jaar plots raar begint te doen, want…
Hands down: Bij de opslag mogen je handen niet boven het hoofd uitkomen!
Het vormen van een scherm kan (definitief) niet meer, dus: de handen achter het hoofd (dus NIET OP) of lager. Hiermee komt er duidelijkheid, want eigenlijk mocht het belemmeren van het zicht van de tegenpartij bij de opslag (al lang) niet (meer), maar… tjah… wat was 'een scherm'? Veel ploegen hadden de gewoonte gekweekt om bij de opslag de drie voorspelers, mét handen in de lucht, samen te plaatsen aan het net: een scherm. Zolang ze niet bewogen, lieten de scheidsrechters begaan, want er was géén duidelijke regelgeving. Bij deze aangepast.
Vrije opstelling voor de opslaggevende ploeg!
Let wel: binnen de lijntjes blijven én de juiste man aan de opslag (=rotatiefout), maar: elke speler van de opslaggevende ploeg mag VOORAF de gewenste positie innemen. Ook deze maatregel dient om "het samentroepen van spelers om bij de opslag naar de juiste positie te gaan" te stoppen, want ook dat samentroepen wordt gezien als een scherm. Spelers mogen dus niet meer 'met opzet' zich zo opstellen dat ze het zicht belemmeren voor de tegenstander. Hoe ver de spelers uit elkaar moeten staan, is nergens bepaald… maar als de scheids van mening is dat er opzettelijk een scherm gemaakt wordt… tjah: schermfout!
Nog straffer: de spelers van de opslaggevende ploeg mogen zich pas verplaatsen als de bal over het net gaat!
De opslag start… bij het OPGOOIEN van de bal!
Tot nu toe was dit bij het raken van de bal. Het gevolg is dat o.a. de ontvangende partij iets vroeger van positie mag veranderen: nu mag je dus vertrekken zodra de bal opgegooid wordt, én moeten de spelers van de opslaggevende ploeg stil staan.
Ballen terughalen heeft geen zin meer…
Een bal die buiten de antennes in de externe speelhelft van de tegenpartij gaat (lees: buiten valt), mocht teruggespeeld worden (mits een paar voorwaarden…). Zo werden soms spectaculaire punten gemaakt, zéker als het ook een 3° toets was (probeer dat maar eens!), maar ontstaan vaak ook onnodige en gevaarlijke situaties. Daarom is het vanaf nu énkel nog toegestaan na een éérste contact (receptie). Een bal die bij het 2° of 3° contact buiten de antennes naar de andere speelhelft gaat, is buiten zodra hij het vlak van het net voorbij is.
Voor alle goede begrip: ballen terughalen op de eigen speelhelft blijft een welgesmaakte kunst!
Een mislukte bovenhandse toets… is OOK een toets! ALS…
Een bovenhandse toets werd in het verleden, vooral bij een pas naar de aanvaller, vaak als "dubbele toets" afgefloten. Het overvloedig draaien van de bal was voor de scheidsrechter soms genoeg om de toets af te fluiten.
Vanaf nu gelden deze 'mislukte' toetsen wél, ALS ze wel degelijk in één actie uitgevoerd zijn EN NIET naar het speelveld van de tegenpartij gaan.
Een toets die door je handen gaat en op je borst valt = fout: twee acties! Diezelfde toets die door je handen gaat, maar de speler achter je kan de bal correct overspelen? Correct! De passeur die een mislukte pas geeft en een medespeler kan dit toch omtoveren tot een correcte aanval: correct! Diezelfde passeur die zijn "dubbele pas" ook nog eens over het net ziet gaan? Fout!